Tom Schipper over de eerste Filmscore Award - interview

Tom Schipper, componist van filmmuziek

02-07-2018
De Keep an Eye Filmscore Award werd dit jaar voor het eerst uitgereikt. De Award is bedoeld voor de beste componist van één van de eindexamenfilms van Lichting 2018 van de Nederlandse Filmacademie. Tom was de eerste gelukkige die de Award in ontvangst nam.

Het is eindeloos pielen, klooien, sleutelen en weer opnieuw beginnen

Volg het Festival: < TERUG   VERDER >
NAAR ALLE BERICHTEN >


Dertien was hij, toen Tom Schipper wist dat hij filmcomponist wilde worden. Hij schreef een 10-jarenplan om dat te bereiken. Het plan is voltooid. Nu is hij nét afgestudeerd filmcomponist. Tijdens het Keep an Eye Filmacademie festival won hij ook nog eens de allereerste Keep an Eye Filmscore Award.

Het 10-jarenplan is voltooid. En nu?
“Sta je daar met dat papiertje. Dat is best een eng moment. Dan ben je opeens filmcomponist. Nou, ga er nu maar je werk van maken. Ik begin nu weer helemaal onderaan de ladder. Op zoek naar assistentenbaantjes bij componisten. Hard werken om het vak zo goed mogelijk onder de knie te krijgen. Beginnen met kleine klussen die uiteindelijk leiden tot steeds grotere klussen, hoop ik.”

Toch begint het gelijk goed: je won de allereerste Keep an Eye Filmscore Award. Was je verrast? En, weet je al wat je met de prijs gaat doen?
“Ja, absoluut. Ik vond dat al mijn klasgenoten hem wel hadden verdiend. Alle scores waren heel erg verschillend en van een heel erg hoog niveau. Ik stond echt met mijn mond vol tanden mijn bedankwoordje te doen. Ik ga het geld gebruiken om een aantal goede microfoons te kopen. Dan ben je al vrij snel door dat bedrag heen.”

Je won de Filmscore Award met de korte film: “The library of things”, een animatiefilm…
“Tijdens het maken van deze film heb ik ontdekt dat ik graag de muziek van animatiefilms componeer. Het is fantastisch om vanuit het niets een heel eigen wereld te creëren. Over alles wat je ziet is nagedacht, zelfs een klein propje op de grond. Ik was er vanaf het begin, twee jaar geleden, bij betrokken. We zijn heel lang met de conceptfase bezig geweest. Het uitwerken van het verhaal, alle karakters. In die eerste fase begon ik al met het maken van schetsen voor de muziek.”

Hoe ga je te werk? Ben je altijd vanaf het begin betrokken bij een film?
“Niet altijd. Je moet het samen eens worden over wat je wilt overbrengen. Daarna proberen. Concepten maken. Afgewezen worden. Weer terug naar de tekentafel. Je moet soms veel versies maken tot je op één lijn zit. Het voordeel van fictie is wel dat er al een verhaal is. Bij documentaires bijvoorbeeld moet je soms beginnen met alleen een paar beelden.”

Voor The Library of Things schreef je de muziek voor een 55-koppig orkest, de muziek werd opgenomen in Skopje, Macedonia.
“Het was een onvergetelijke ervaring: als dertienjarige jongen hoopte ik dat dit óóit zou gebeuren en nu is het gebeurd. Samen met de sounddesigner en de producent vlogen we naar Macedonië. Tijdens de opnames heb je nog geen tijd om er van te genieten. Je moet dan vooral geconcentreerd luisteren, meedenken, en aanwijzingen kunnen geven. Uiteindelijk had ik 5 minuten over en kon ik zelf nog even dirigeren. Dat was geweldig”

Toch vindt hij het spannend: Dan ben je opeens filmcomponist, ga er nu maar je werk van maken

Als er nog geen noot op papier staat en je moet aan de slag, hoe lastig is dat? 
“Het lege blad is doodeng, dat is altijd doodeng, en dat zal het wel altijd blijven. In het begin heb je niks en op een bepaald moment staat de muziek er. En wat daartussen gebeurt, daar is lastig de vinger op te leggen. Er zijn wel aanknopingspunten: het verhaal, welke sfeer wil je overbrengen, de karakters. Maar dan moet je gewoon beginnen. Het is eindeloos pielen, klooien, sleutelen, en weer opnieuw beginnen. Een mix van gepuzzel, inspiratie en improvisatie. Maar hoe het er uiteindelijk komt blijft een raadsel. Bij een opdracht vragen ze me vaak: hoeveel uur denk je dat je bezig bent. Ik weet dat eigenlijk nooit van tevoren. Een deadline helpt wel. Als het af moet zijn, is het af.”

Filmcomponist Fons Merkies zei ooit: “Als filmcomponist moet je waarschijnlijk meer van film houden dan van muziek.”
“Ik snap wat hij bedoelt. Als componist draag je je steentje bij aan de film. De afgelopen tijd heb ik geleerd wat dat betekent. Ik heb eerst klassieke muziek gestudeerd en me daarna gespecialiseerd in filmmuziek. Op het conservatorium schrijf je een stuk puur om de muziek. Nu moest ik leren om de muziek ondergeschikt te maken aan de film. Dat betekent dat de muziek moet doen wat de film nodig heeft. Soms zijn dat twee noten. Een andere film heeft een heel orkest nodig. Of helemaal geen muziek.”

Een film zonder muziek, maar dan vragen ze jou toch niet? 
“Ik heb eens muziek gemaakt voor een film waarbij er uiteindelijk helemaal geen muziek was. De muziek werkte alleen als begeleiding bij het maakproces. Het gaf richting en ritme aan de editor en de sounddesigner. De muziek heeft dan een bijdrage geleverd aan de film maar de kijker zal dit niet merken. Het is misschien wel de meest pure vorm van je ondergeschikt maken.”

Junkie XL, componist in Hollywood zei: als je muziek kunt herinneren is er waarschijnlijk iets mis met de film. 
“Ik snap wat ie bedoelt maar ik zou eerder zeggen: als je van de film genoten hebt maar de muziek niet hebt opgemerkt dan heeft de muziek z’n werk gedaan. Het gaat niet om de muziek, het gaat om de film. Ik vraag achteraf altijd aan familie en vrienden wat ze van de film vonden. Meestal verontschuldigen ze zich: ‘Oh ik heb niet op de muziek gelet. Dat is een goed teken.”

Junkie XL zei ook: “Ik kijk wat er mist in een film. Als scenes heel emotioneel of heel benauwend zijn maar de acteerprestaties dat niet overbrengen, dan kan muziek zoiets oplossen.” 
“Ik geloof niet dat muziek foutjes kan wegpoetsen. Als een bepaald gevoel er niet is, kun je dat niet met muziek creëren. Je kunt met muziek wel tussen de lijntjes communiceren. Er wordt dit gezegd, maar hij bedoelt dit.”

Wat is voor jou het grootste compliment? 
“Wanneer iemand echt geraakt is door de film. Als ik daar met mijn muziek aan heb kunnen bijdragen, dan is het het allemaal waard geweest.”