Lang leve Rembrandt

17-10-2019
Vanaf nu schrijven onze collega's regelmatig over kunst- en cultuur en zoeken daarbij ook naar de verbindingen tussen verschillende kunstdisciplines. Vast en zeker gaan zij ons in hun ontdekkingstochten vaak verrassen! Hier is Charlotte Hoitsma.

Volg BlogSpot: 
< VORIG BLOG   VOLGEND BLOG >
Naar de index van alle blogs >


Lang leve Rembrandt

Boven links: Rembrandt van Rijn, Zelfportret, ca. 1628, Rijksmuseum, Amsterdam - Boven rechts: Edgar Degas, Zelfportret in schilderskiel, ca 1855, Metropolitan, New York

Dat dit jaar het Rembrandt-jaar was, kan je moeilijk zijn ontgaan. Vanwege zijn 350e sterfdag is er dit jaar veel speciale aandacht voor Nederlands bekendste schilder. Dit betekent vele Rembrandt tentoonstellingen door het hele land, van Leeuwarden tot Middelburg. Met als uitsmijter de tentoonstelling 'Alle Rembrandts' in het Rijksmuseum. Het is daarom een goed moment om te reflecteren hoe belangrijk Rembrandt is voor de moderne kunstgeschiedenis. Welke kunstenaars hebben lering getrokken uit zijn werk? En zijn er bepaalde verbanden te leggen met wat Rembrandts kunst zo bijzonder maakt in hedendaagse kunst?

Rembrandt als leermeester

De Spaanse kunstenaar Francisco Goya schreef in de achttiende eeuw al: ‘Ik heb geen andere leermeesters gehad dan de natuur, Velázquez en Rembrandt'. Ook voor de beroemde impressionistische kunstenaar Edgar Degas lijkt deze uitspraak te gelden. Een leermeester op de kunstacademie vond hij namelijk niet: hij studeerde maar een korte tijd aan de École des Beaux-Arts in Parijs. Daarna vertrok hij in 1856 voor drie jaar naar Italië waar hij naast klassieke kunst ook prenten van Rembrandt zag. Hij kopieerde enkele hiervan en maakte een serie zelfportretten. Hierin is goed de invloed van Rembrandt te zien: de starende blik in de verte, de donkere achtergrond en het schaduwwerk zijn allemaal belangrijke kenmerken in het werk van Rembrandt.

Tronies

Boven: Pablo Picasso, Rembrandt en drie vrouwenhoofden, 1934. Rembrandthuis, Amsterdam - Onder: Glenn Brown, Half-Life (after Rembrandt), 2016. Glenn Brown Studio, Londen

Het is misschien niet het meest voor de hand liggend, maar ook Pablo Picasso liet zich door Rembrandt inspireren. Hij bestudeerde portretschetsen die Rembrandt ter studiedoeleinden maakte. Dit soort portret-studieschetsen worden binnen de kunstgeschiedenis ‘tronies’ genoemd. Picasso bestudeerde deze niet alleen, maar maakte zelf ook enkele tronies naar het voorbeeld van de Nederlandse schilder. Op een vel papier waarop deze tronies te zien zijn, maakte hij ook een schets van Rembrandts portret. Met enkele snelle potloodstreepjes geeft hij het typische krullerige haar dat we zo goed van Rembrandt kennen weer. Dat de karakterstudies van Rembrandt ook vandaag de dag nog voor artistieke inspiratie zorgen, laat de Britse kunstenaar Glenn Brown zien. Met krullerige lijnen maakte hij een serie van tronies. Hij gebruikte hierbij, net als Rembrandt veel deed, een etstechniek. Maar wel met een modern tintje. Hij traceerde namelijk bestaande tronies van Rembrandt en accentueerde de lijnen hiervan op zijn iPad. De hieruit ontstane beelden drukte hij met etsplaten af. Door er twee over elkaar heen te drukken, ontstaan warrige, maar intrigerende beelden.

Van Nederlandse bodem

Om weer terug naar Nederlandse bodem te keren: een ander mooi hedendaags voorbeeld is textiel kunstenares Claudy Jongstra. Zij maakte het tweeluik 'Allium & Onion, Hennep & Hair, Madder & Nettle' voor het Rembrandthuis. In haar atelierruimte in Friesland werkt zij met vlas, hennep en brandnetel om volgens historische procedure tot hetzelfde pigment zwart te komen dat Rembrandt ook gebruikte in zijn tijd. De keuze voor zwart is niet zomaar gemaakt: het pigment speelt namelijk een grote rol in het oeuvre van Rembrandt. Een goed voorbeeld hiervan is het dubbelportret van Marten Soolmans en Oopjen Coppit, waarvan de recentelijke aankoop in samenwerking met het Louvre voor grote opspraak zorgde. Rembrandt heeft Marten in een zwart pak afgebeeld en Oopjen draagt een zwarte japon en sluier. De achtergrond bestaat uit een groot, zwart gordijn. Het textielwerk dat Jongstra maakt, zal een abstracte versie van deze werken tonen.

Alledaagse

Boven links: Jiske Dassen, Ode aan het object, 2018. Fotograaf: Pieter Kunnen - Boven rechts: Jelijn Verhoeven, Drowning in Objects, 2017. Fotograaf: Pieter Kunnen

Naast het schaduw- en kleurgebruik is een van de meest kenmerkende aspecten van Rembrandts kunst zijn observatie van het alledaagse leven: mensen worden bijvoorbeeld niet geïdealiseerd en hij beeldde ook vaak personen uit zijn directe omgeving af. Dit inspireerde Édouard Manet in de negentiende eeuw om een portret van zijn vrouw te tekenen op een Rembrandtesque manier: niet poserend of opgesmukt, maar gewoon zoals ze echt was. Het dagelijks leven was dus voor hem, net als voor Rembrandt, een bron van inspiratie. De afbeelding doet bovendien denken aan etsen die Rembrandt van zijn vrouw, Saskia, maakte. Net als bij de vrouw van Manet, zien we in verschillende tekeningen Saskia liggend in bed afgebeeld. Als we inzoomen op kunstenaars die in Galerie Pouloeuff hebben geëxposeerd, zien we dat deze werkwijze van Rembrandt nog steeds actueel is. Bijvoorbeeld kunstenares Jiske Dassen, haalt ook inspiratie uit het dagelijks leven. Alledaagse voorwerpen, zoals een pingpongballetje, stoffer-en-blik en gieter, worden in haar fotografiekunst in de spotlight gezet. Door de bewuste composities en de aandacht voor kleur, krijgen de voorwerpen een esthetisch karakter. Hiermee wordt bereikt dat we als kijker stilstaan bij de schoonheid van alledaagse objecten. Ook in de kunst van Jelijn Verhoeven komt de inspiratie uit het dagelijks leven naar voren: in haar kleurrijke sculpturen worden plastic verpakkingsmiddelen verheven tot kunst. Materialen waar we anders niet bij stil zouden staan worden zo getransformeerd tot esthetische objecten. Deze voorbeelden geven aan dat het gedachtengoed van de zeventiende-eeuwse schilder nog springlevend is.