Wat moet je nog ontwerpen in een wereld van overvloed? - interview

Mark van Vorstenbos, hoofd van de afdeling Textiel & Mode aan de KABK in Den Haag

14-10-2019
Allesontwerper, kleurkoningin én voorvechtster van duurzaam vakmanschap Hella Jongerius gaat samen met studenten van de KABK op zoek naar duurzame manieren om textiel te ontwerpen. Want duurzaamheid is een modewoord, maar mode is verre van duurzaam.

Volg de Fashion Show: 
< TERUG   VERDER>
NAAR ALLE BERICHTEN >


Vanuit die vraag is de masterclass opgezet

Mark van Vorstenbos vertelt over de Keep an Eye Masterclass. De snelle textielindustrie moet op de schop. Het is de op één na vervuilendste industrie ter wereld. De productie van één kilo katoen kost tienduizend liter water. En de helft van alle kleding wordt ook nog eens binnen een jaar weggegooid.
“Er is veel mis met de textielindustrie. De voortdurende race naar nóg goedkopere kleding, nóg snellere levenscycli levert een grote berg afval op die alsmaar groter wordt. En dan hebben het nog niet over de erbarmelijke werkomstandigheden waaronder de kleding wordt geproduceerd. De modewereld staat voor een enorme uitdaging. Tijdens de masterclass gaat Hella met de studenten kritisch nadenken over manieren van textiel produceren die wel toekomstbestendig zijn.”

Hoe gaan we ervoor zorgen dat die kledingafvalberg niet alsmaar groter wordt?
“Dat is de vraag die Hella aan de studenten stelt: ‘What to design in a world of plenty?’ Wat moeten we maken in deze wereld waarin we alles al hebben? Betere producten die langer meegaan? Meer circulair produceren? Er wordt veel geroepen over duurzaamheid, maar we moeten waken voor greenwashing: bedrijven die zich groener en duurzamer voordoen dan ze zijn. Als ‘influential designer’ is het Hella’s missie bij de studenten een gevoel van activisme aan te jagen om écht duurzame oplossingen te bedenken. Vanuit die vraag is de masterclass opgezet.”

Studenten willen misschien wel een duurzame toekomst maar uiteindelijk is het de industrie die bepaalt.
“We zitten nu nog in de experimenteerfase. Het is gigantisch wat er op het gebied van materiaalontwikkeling gebeurt. Daarna volgt, zoals dat vaak gaat, de industrie. Ik kom net van een textielcongres in Finland. Daar hebben studenten een techniek ontwikkeld om van bomen (en daar hebben ze er veel van), een nieuw soort cellulose vezel te maken - een van ’s werelds duurzaamste natuurlijke vezels en volledig afbreekbaar. Vervolgens wordt gekeken of een groot Fins bedrijf als Marimekko een deel van hun katoenen producten om kan zetten in dit nieuwe materiaal. Dat zou grote impact hebben.”

Ze wil laten zien wat voor het publiek onzichtbaar blijft

De studenten gaan tijdens de masterclass onder andere experimenteren met weeftechnieken. We kennen Hella vooral als productdesigner, haar polderbank, haar vele kleuren, maar niet iedereen zal bij haar gelijk aan weven denken. 
“Weven is een hot topic op dit moment. Niet alleen bij de studenten mode en textiel. Voor de masterclass zijn er zo’n 60 studenten uit alle disciplines binnen de KABK geselecteerd. Van textiel tot fotografie en architectuur. Hella heeft veel ervaring met het ontwerpen van textiel. Onlangs heeft ze de Weavers Werkstatt opgericht, een weefcollectief van industrieel ontwerpers die teruggaan naar de basisprincipes van weven. We hebben geen idee meer hoe stoffen gemaakt worden. Ze wil laten zien wat voor het publiek onzichtbaar blijft.”

Het ontwikkelen van nieuwe materialen is iets technisch, kun je zo instappen als student?
“Op de KABK ligt de focus op artistieke expressie en experimenteel onderzoek. Dat willen we koppelen aan de industrie. Naast de Masterclass werken studenten dit najaar drie maanden samen met ‘masterwevers’ uit het Jongeriuslab in Berlijn om hun ideeën verder te ontwikkelen. Hella heeft heel veel ervaring op dat gebied, ze onderzoekt voortdurend wat wél en niet kan. En ze werkt bovendien met belangrijke opdrachtgevers in de industrie die een groot bereik hebben. Het referentiekader van studenten op de academie is nu misschien nog bescheiden. Wij willen ze laten zien dat ze met hun oplossingen het begin van verandering in de wereld teweeg kunnen brengen.”