Klimaatprobleem? Een roep in de muzikale woestijn

19-07-2023
Hoe nog boven het muzikale maaiveld uit steken? Op internet ging kort geleden een verhaal viral dat geschreven is door de beroemde muziekhistoricus en jazzcriticus Ted Gioia. In het artikel, getiteld 'How Many New Songs Are Released Each Day?', schrijft Gioia over de hoeveelheid stukken die per dag online worden uitgebracht. Dat zijn er gemiddeld 123.000. Ja, u leest het goed: honderd drie en twintigduizend. Dat werpt automatisch de vraag op hoe je als artiest nog boven kunt komen drijven.
Blog door onze Mylène Hogenhuis-Berghs Blog door onze Mylène Hogenhuis-Berghs

Volg BlogSpot:
< VORIG BLOG   VOLGEND BLOG >
Naar de index van alle blogs >


Naar alle berichten >

De ogenschijnlijk veel te volle oceaan van muziek

1959 → 2023

Ted Gioia schrijft in het artikel over het jaar 1959. In dat jaar werden sommige van ‘s werelds meest toonaangevende en revolutionaire jazzalbums uitgebracht, waaronder Kind of Blue van Miles Davis, Time Out van Dave Brubeck en Giant Steps van John Coltrane. Er zijn nog zo’n 10 à 20 jazzalbums uit dat jaar die als klassieke opnames worden aangemerkt en nog zeker zo’n 50 à 100 albums in totaal die tot op heden door jazzliefhebbers over de hele wereld worden geluisterd. In datzelfde jaar ontving Downbeat, het meest toonaangevende jazz magazine, 500 albums om te recenseren - dat zijn er gemiddeld 1,36 per dag.

1-op-5 kans

Er van uitgaande dat de meeste artiesten die dat jaar een album uitbrachten dit opstuurden naar Downbeat voor een eventuele recensie, betekent dat dus dat zo’n 20% daarvan vandaag de dag nog steeds geluisterd wordt! Met andere woorden: je had een 1-op-5 kans dat er in het volgende millennium nog naar je geluisterd werd.

Hoewel hij geen absolute cijfers heeft over het aantal jazzalbums dat tegenwoordig wordt uitgebracht - waarschijnlijk omdat dat ook haast niet meer bij te houden is - zegt Gioia dat hij als jazzrecensent tegenwoordig zo’n 50 (!) albums per dag ontvangt om te recenseren. Dat is een bijna onbevattelijke toename ten opzichte van 1959 en het doet je als muzikant toch zeker het lood in de schoenen zakken. Want hoe steek je jouw hoofd nog boven het maaiveld uit als er zoveel andere muziek wordt uitgebracht?

Later in het artikel schrijft hij dat het probleem hem er niet zozeer in zit dat er zoveel muziek wordt aangeboden, als wel dat het systeem waarin die muziek wordt aangeboden niet houdbaar is. In dat systeem komt namelijk maar een hele kleine groep artiesten bovendrijven die alle aandacht krijgen, terwijl alle muzikanten in de lagere delen van die ‘piramide’ nooit gehoord worden.

Digitale streaming platforms 

Natuurlijk kent de opkomst van digitale streaming platforms (DSP) als Spotify ook vele voordelen, maar dan vooral voor de luisteraars. Zo is gebleken dat sinds de opkomst van de DSP’s luisteraars eerder ‘nieuwe’ muziek ontdekken dan vroeger. Met behulp van algoritmes die ‘vergelijkbare’ nummers voorstellen, gepersonaliseerde playlists voor je samenstellen en voor elke mood de best passende soundtrack opstellen, is the sky the limit.

Inmiddels is ruim 30% van de beluisterde muziek op Spotify ook echt op aanraden van Spotify bij de luisteraar terechtgekomen. Door deze toenemende mate van gebruikersbetrokkenheid vergaart de AI achter Spotify steeds meer data om betere keuzes te maken. De algoritmes aan de achterkant van de streamingdienst worden ook steeds slimmer. Niet alleen analyseren ze de activiteiten van de luisteraar, ook het ruwe audiomateriaal (de waves) worden naast elkaar gelegd om overeenkomsten tussen verschillende stukken te herkennen en zo de beste matches te kunnen maken. Het systeem is overigens ook in staat om online artikelen over muziek of artiesten te analyseren, termen er uit te filteren en zo vergelijkbare liedjes aan liefhebbers voor te stellen. Al met al veel verschillende moderne technieken om de luisteraar zo goed mogelijk te bedienen. En dat voor een luttele € 10,- per maand (of gratis, maar dan met die afgrijselijke advertenties tussendoor).

Maar daar geef je ook een hoop voor op

Voor artiesten zijn de positieve kanten van de DSP’s dus iets moeilijker te vinden. Het grootste en meest logische voordeel is natuurlijk dat het nog nooit zó makkelijk was om je muziek beschikbaar te stellen voor een groot, internationaal publiek. Maar daar geef je ook een hoop voor op! Ruwweg kan een artiest verwachten zo’n € 4.000,- per miljoen streams te verdienen. Dit betekent dat alleen de meest populaire artiesten echt geld verdienen aan het platform. Het devalueert de kunst en betekent dat de meeste muzikanten zich moeten wenden tot andere inkomstenbronnen, zoals concerten, fysieke verkoop en merchandise. Hier moet wel bij vermeld worden dat de streaming diensten opkwamen in een tijd dat artiesten vochten tegen de opkomst van het illegaal downloaden van albums - ook geen goede ontwikkeling.

Als laatste nog de kwaliteit van de audio-opname. Niet geheel onbelangrijk en een onderdeel waar gemiddelde artiesten veel tijd en geld in steken om zo goed mogelijk voor elkaar te krijgen. Die kwaliteit gaat enorm achteruit voor wie via Spotify naar muziek luistert. Wellicht op het eerste oor iets waar alleen de echte audiofiel last van zal hebben, maar vergelijk maar eens Spotify met Tidal... Ik denk dat de meeste mensen het tóch zullen horen! Als laatste nog een quote van celliste Zoe Keating, die eerder over streamingdiensten schreef dat musici de DSP’s zouden moeten gaan zien als een “ontdekkingsdienst”, waar hun muziek kan worden ontdekt door een grote groep nieuwe luisteraars, in plaats van een bron van inkomsten.

Oplossing

Kakofonix (ook wel Assurancetourix) 

Terug naar het overschot in aanbod en de rol van de muzikant die muziek uitbrengt in het hedendaagse muzieklandschap. Volgens Gioia zou muziek veel kleiner en lokaler ingebed moeten worden in de maatschappij door middel van muziekonderwijs, open mic avonden, muziek in verzorgingstehuizen etcetera. Op deze manier krijgt muziek een sociale functie en worden er door duizenden muzikanten ook duizenden nieuwe sociale contacten gelegd. Een mooie en interessante gedachte.

Het deed mij denken aan het personage Kakofonix (of ook wel Assurancetourix) uit de stripreeks Asterix & Obelix. Kakofonix is de bard van het Gallische dorp. De bard is historisch gezien een figuur uit de Keltische oudheid die middels zang verhalen vertelde aan de plaatselijke bevolking. Het had dus vooral een communicatieve en verhalende functie. Eigenlijk dus een beetje zoals Gioia in zijn artikel beschrijft.

Okee, Kakofonix werd in de meeste strips van Asterix & Obelix niet echt gewaardeerd - hij eindigt meestal met een prop in zijn mond aan een boom gebonden, terwijl de rest van het dorp feest viert - maar het idee van een ‘bard’-achtige functie voor de hedendaagse muzikant is interessant.

  • Het is dus misschien nu nog wel belangrijker dan ooit dat wij hier bij Keep an Eye een podium bieden aan jonge, getalenteerde muzikanten. Door middel van bijvoorbeeld The Records of de Jazz Award kunnen muzikanten wat meer aandacht krijgen in de Nederlandse pers en zodoende wat naamsbekendheid opdoen, voordat ze echt aan hun carrière beginnen. Of de concerten in Singer Laren, Studio 150 of het Rosa Spier Huis zijn ook mooie voorbeelden van het bieden van een ‘oh-zo-belangrijk’ podium aan opkomende artiesten. Ons werk zit er dus voorlopig in ieder geval nog niet op!